Samen onder één deken of toch apart
Het is drie uur ’s nachts. Je wordt wakker omdat je rug koud aanvoelt. Naast je ligt je partner heerlijk te snurken, stevig opgerold als een burrito in tachtig procent van het beddengoed. Jij moet het doen met een zielig puntje stof. Ruzie om de dekens is een van de grootste ergernissen in de slaapkamer. Het roept de vraag op of samen slapen onder één lap stof wel zo’n goed idee is. In landen als Duitsland en Scandinavië verklaren ze ons voor gek. Daar is slapen onder twee losse eenpersoonsdekbedden de norm. Het is een keuze tussen romantiek en ongestoorde nachtrust.
De charme van het grote nest
Voor veel stellen is samen slapen het ultieme symbool van verbondenheid. Je wilt elkaar kunnen voelen zonder dat er een koude geul of vervelende spleet tussenin zit. Het voelt als één groot, warm nest waarin je makkelijk tegen elkaar aan kruipt. Daarnaast speelt het visuele plaatje een grote rol in de slaapkamer. Eén strak opgemaakt geheel oogt nu eenmaal veel rustiger dan twee losse pakketten die naast elkaar liggen. Om die knusse sfeer en de eenheid in het interieur te bewaren, is het vaak de mooiste optie om een 2-persoons dekbed aan te schaffen. Je kiest daarmee voor de romantiek en het gemak van het in één keer opschudden van je bed. Het nodigt uit tot intimiteit en zorgt ervoor dat het bed echt het middelpunt van de kamer blijft.
De Scandinavische methode voor betere slaap
Toch wint de keuze voor twee losse dekbedden terrein. Slaapexperts zijn er vaak duidelijk over: apart slapen onder je eigen deken bevordert de nachtrust aanzienlijk. Je hebt geen last meer van een partner die draait, woelt of de deken wegtrekt. Iedereen blijft in zijn eigen warmtezone. Dit voorkomt dat je ’s nachts onnodig wakker wordt door toedoen van de ander. Een ander groot voordeel is de temperatuurregeling. Het komt vaak voor dat de ene partner het snel koud heeft, terwijl de ander ligt te zweten. Met één gezamenlijk dekbed moet altijd iemand een compromis sluiten. Bij twee losse exemplaren is dat probleem verleden tijd. De koukleum kiest voor een dik donzen dekbed of een 4-seizoenen variant, terwijl de warmbloedige partner kiest voor een luchtig, enkel dekbed of bamboe. Zo creëer je voor beide slapers het perfecte microklimaat zonder dat de ander daar last van heeft.
Het formaat als gulden middenweg
Wie toch vasthoudt aan het idee van één groot dekbed, maakt vaak de fout om een te kleine maat te kopen. Een standaard maat van 200 bij 200 centimeter is voor twee volwassenen eigenlijk te krap. Zeker op een bed van 160 of 180 centimeter breed. Zodra iemand zich omdraait, komt de rug van de ander bloot te liggen. De oplossing ligt in het formaat. Kies altijd voor een maatje groter dan je denkt nodig te hebben. Een lits-jumeaux van 240 bij 200 centimeter (of zelfs 220 lang) biedt zoveel extra stof dat je elkaar ’s nachts niet in de weg zit. Er is genoeg 'overhang' aan de zijkanten om de tocht buiten te houden, zelfs als je partner besluit om de deken te claimen. Die extra veertig centimeter breedte kan menig relatiecrisis in de kiem smoren. Je behoudt de gezelligheid, maar pakt wel de ruimte die je nodig hebt.
Oplossing voor het oog
Een veelgehoord bezwaar tegen twee losse dekbedden is dat het er niet uitziet. Het kan de slaapkamer een wat rommelige of afstandelijke uitstraling geven, alsof je in een hotel met twee losse bedden slaapt. Dit is echter simpel op te lossen. Overdag leg je een grote sprei over het voeteneinde of over het gehele bed. Hiermee verberg je de twee losse elementen en creëer je alsnog die luxe hoteluitstraling. Ook het beddengoed zelf speelt een rol. Je kunt kiezen voor twee overtrekken in dezelfde kleur en print om de eenheid te bewaren. Wie echt creatief is, laat de kleuren matchen met de rest van de slaapkamer. Zo combineer je het praktische voordeel van een goede nachtrust met de visuele rust die je zoekt in een interieur.
